Het komt er op aan de schietijzers zo dicht mogelijk bij de verste toets of stek te schuiven zonder dat ze hierbij in de goot belanden. Schijven die in de goot terechtkomen omdat de speler te hard geschoten heeft of omdat de tegenstrever de schijf er heeft ingeduwd, tellen niet meer mee. Men speelt één tegen één of in ploegverband. Het spel kan op twee manieren worden gespeeld.
Spelregels
De speler of ploeg met de X -schijven begint. Wie de X-schijven krijgt wordt door het lot bepaald. Er kan ook naar het poortje (de voorste stekken) worden gespeeld om te bepalen wie mag beginnen. De partij die het dichtst bij het poortje ligt mag opgaan.
Eerste speelwijze
Bij het begin van het spelontvangt elke speler (of ploeg) vijf gemerkte schietijzers, l naargelang van de ploeg. Met de keu worden de vijf schijven achtereenvolgens naar het doel geschoven. Hierna is het de beurt aan de tegenspeler(s) om zijn vijf schijven zo kort mogelijk bij de verste stek te schuiven.
Tweede speelwijze
Na de eerste stoot is het de beurt aan de tegenstrever. Die moet verder spelen tot een van zijn vijfschijven dichter bij de verste toets ligt dan die van de eerste speler. Indien hij er echter in slaagt een schijf dichter bij het doel te stoten dan de eerste spelerwacht hij en is het terug de beurt aan de andere partij om beter te doen.
Puntentelling
Elke schijf die dichter bij het doel ligt dan die van de tegenspeler levert één punt op. De winnaarvan een partij gaat op bij het volgende spel. Wie als eerste twaalf punten behaalt is de winnaar van het spel of speelt uit.
Tactische richtlijnen
Het is duidelijk dat de speler die het voorrecht heeft als eerste te stoten niet alleen zal trachten zijn ijzers zo dicht mogelijk bij de achterste stek te schuiven, maar hij zal bovendien proberen zijn schijven strategisch te leggen zodat ze de tegenstrever zullen hinderen om bij het doel te komen.